7 onwaarheden over coding
Er zijn veel mythes en onwaarheden over coding en coders die er misschien voor zorgen dat je aarzelt om je in de wondere wereld van code te begeven.
Dit zijn er 7 die wij het vaakst horen.
1. Je moet héél slim zijn
Iedereen die de juiste motivatie heeft en over een gezonde portie doorzettingsvermogen beschikt kan leren programmeren. En iedereen die kan communiceren kan leren programmeren. Want code is een taal, met een eigen vocabulaire en grammatica, en het laat je toe te communiceren met een computer.
De meeste programmeertalen lijken op het eerste zicht ingewikkeld en misschien zelfs onoverkomelijk. Maar veel programmeertalen zijn zo ontwikkeld dat ze logisch en makkelijk begrijpbaar zijn. Om een goede developer te zijn moet je niet zo nodig heel slim zijn maar vooral toegewijd & creatief zijn, en graag nadenken over hoe je het best problemen kan oplossen.
2. Programmeren is saai
Wel het tegengestelde is waar eigenlijk. Technologie is overal rondom ons. En waar technologie aanwezig is, is ook code. Programmeren gaat niet enkel over websites bouwen. Het gaat ook over technologie die je terugvind in auto's en vliegtuigen, computergames, digitale toepassingen in de medische wereld en zelfs programma's die gebruikt worden in de ruimte.
Programmeren vergt creativiteit. Het gaat over iets nuttig bouwen. En als je kan programmeren kan je zowat in eender welke sector terecht om mee te helpen aan innovatieve oplossingen. Hoe kan dat nu ooit saai zijn?
3. Het is te laat om nog te leren programmeren
Het is nooit te laat! De vraag naar coders blijft stijgen en het aanbod is nog altijd veel kleiner dan de vraag. En je hoeft niet zo nodig naar de hogeschool of universiteit om te leren programmeren. Er zijn online fantastische cursussen en opleidingen die je kan volgen (er is zelfs heel veel gratis te vinden!) en er staat geen leeftijd op. De meeste van die studenten hebben weinig of geen ervaring met code. En aangezien technologie steeds blijft evolueren zijn er altijd nieuwe zaken die je je eigen kan maken - ongeacht je leeftijd of ervaring.
4. Je moet een krak zijn in wiskunde
Er is een grote misvatting dat je een kei moet zijn in wiskunde om goed te kunnen programmeren. Maar programmeren gaat over code en niet over wiskundige formules. Een basiskennis van algebra is nodig, maar enkel de basis die je op school hebt geleerd.
Voor sommige specifieke toepassingen - zoals game-development - is soms wel extra kennis nodig van bijv. driehoeksmeting en fysica. Maar zelfs dan zijn er tegenwoordig plugins en libraries die je gebruiken om deze wiskundige uitdagingen op te lossen.
5. Als je één programmeertaal kent ben je klaar
Niets is minder waar. De wereld van code is altijd in verandering en op het moment dat je denkt een bepaalde taal meester te zijn ontdek je meestal weer een hoop nieuwe dingen die je kan bijleren of is er een update die tal van nieuwe mogelijkheden met zich meebrengt. Het leren stopt nooit en op de hoogte blijven van de laatste nieuwe ontwikkelingen is nodig want anders werk je uiteindelijk met verouderde technologieën die niemand nog gebruikt..
6. Die ene programmeertaal is veel beter
Veel developers vertellen graag hoe hun programmeertaal (waar zij het meeste mee werken) beter is dan de andere. Maar dat is niet juist. Iedere programmeertaal heeft zo zijn voor- en nadelen en de ene taal leent zich soms beter voor bepaalde doeleinden dan een andere. Maar meestal is het een kwestie van voorkeur.
7. Ik moet naar de universiteit om te leren programmeren
Een Bachelor of Master diploma halen op een hogeschool of universiteit zal je zeker geen windeieren leggen. Maar zoals eerder gezegd is er online zoveel informatie te vinden en zijn er zoveel online opleidingen van hoge kwaliteit waardoor je op je eigen tempo en van thuis uit jezelf kan bekwamen in de wondere wereld van code. En als je jezelf hier helemaal onderdompelt kan je zelfs in een aantal weken (jazeker, je hebt er geen jaren voor nodig) heel wat vooruitgang boeken.
Dus je staat misschien wel dichter bij een nieuwe carrière dan je zelf had durven denken.